AANTEEKENINGEN.
321
schrijft: Reform, van Zeeland239), toen Burgh eenen afzon
derlijken leeraar bekwam in Arno ld us de Rycke, die in
1672 naar Zierikzee vertrok.
7) Gesch. der System. Gody. III344 not.
8) Opdr. t. a. pi.
9) Hoorn1656. 4to.
10) Deze geleeerde heeft zich over Teellinck, als predi
ker en godsdienstig schrijver, vrij breedvoerig uitgelaten in
eene voorrede vóór Teellincks verklaring van Rom. YII
in aant. 4 aangehaald.
11) Het verdient opmerking dat Teellinck reeds de voor-
looper is van het uitgeven van stichtelijke dag- en maandver-
toogenhedendaags tot overdrijving toe algemeen. Zie zijne
geestelijke couranten en vooral Tij'dwinningkewaarvan echter
alleen de maanden JanuarijMaart het licht zien.
12) Of hij er aan hebbe voldaanvalt zeer te betwijfelen
Teellinck zelf spreekt in de opdragt van zijnen Chrisle-
lycJcen Leytsman aan de Rotterdamsche Regering alleen van
het verzoek, niets van zijn werk aldaar, en de „Dedicatie"
van Rid der us, zie aant. 9, maakt het bijna zeker, dat de
leening niet heeft plaats gehad.
13) De hoofdbron voor Teellincks levensbeschrijving is de
in aant. 4 aangehaalde opdragtzij is bijna letterlijk nageschre
ven door de la Rue. Eene opzettelijke verhandeling over den
man en zijne schriften was ik sedert lang voornemens te ge
vendoch mij ontbreken, ondanks jarenlange bijeenzameling
nog altijd eenige van zijne werken.