6 DE HEIDENS althans in de rekening van 1528 op 1529, welke eerst is opgenomen en gesloten den 6 Septemberl533, komt voor: Betaelt Joos de busschere van 'tscepenhmis scoene te makene van dat de geyptenaers vunl gemaect hadden enz.Dus hem toegheleyt bij de wet de some van VI In de verdere stukken van het overoude archief, hetwelk eindigt 1583, toen de stad Oostburg en het gelieele land ten eenenmale werden verwoest, is het ons niet gelukt iets bepaalds omtrent de Heidenen te vindenwant ofschoon gevonden wordt Betaelt van drie personen wech te leedene en uuter stede te zenden die niet wel heurl. me- morye en hadden en veele ruchede dat zy binder stede bedrefenen, comt de some IIIIB." zou het gewaagd zijn dit op de Heidenen te willen toepassente meeromdat in dezelfde rekening een post voorkomt Voor het wech leedene van eenen sotten priestere." Van 1583 tot na de vermeestering van Sluis lag het geheele land onder water, en alles was zoozeer verwoestdat wel verre er vandaandat de Hei denen er een verblijf zouden hebben kunnen vinden, het land alleen toegankelijk was voor meeuwen en eendvogels. Deze stand van zaken veranderde eenigermate door het bewallen van de puinhoopen van Aardenburg, Oostburg en Biervliet, endoor het bouwen van het fort Yzendijkemet die menigte van schansenwaarvan de overblijfselen thans nog aanwezig zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 72