IK STAATS-VLAANDEREN. 7 Des echter, en ofschoon het land nog nagenoeg ge heel geïnundeerd bleef, schrikte dit de Heidenen niet af. want in de rekening over 1616a 1618 komt voor: Betaelt aen Jan Lourynseune Schutter over uytter stadt te leyden eenige Egyptenaers ofte Hey- denen volges zyn declaraoi de somme van III SchIIII groten." De stads papieren van de jaren 1600 zijn zoo abo minabel slecht geschreven, dat er meer dan geduld wordt vereiseht om dezelve te ontcijferen. Na 1618 hebben wij dan ook al wederom niets be paalds kunnen vinden; maar als bewijs, dat de Egyp- tenaren uit de dorre heiden van Overijssel en Drenthe het vette Staats-Vlaanderen zeer goed kenden, kan dienen een vonnisgewezen bij burgemeester en sche penen van de stad Oostburg, dd. 4 Maart 1726. Hetzelve luidt als volgt Regtsdag gehouden den 25 Eebruarij 1726 De Heer Daniel BeckensBurgemeester bij absentie van de Heer Bailliuw eischer in cas Crimineel. Contra Adriaentje Elips geboren tot Deventer oudt 22 jarensynde geboren en tot heden geweest onder de benden van de soogenaemde Heydenen en op haer wyse getrouwt met eenen Jansenshebbende dry kinderenaltans nu gedetineerde binnen dese Stede.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 73