8 DE HEIDENS De Heer Eisclier zegt enz. De Gedetineerde confesceert en verzoekt gratie voor rigeur van justytie. De Heer Eisclier persisteert." Aelit dagen later, en wel op den 4 Maert 1726, werd vonnis verleend. Alsoo Adriaentje Elipsondt 22 jaerengeboren tot Deventer, onder de soogenoemde Heydenen, by welke benden zy liaer nogh is onthoudendedogh jegenwoordigh gedetineerde binnen dezer Stedeniet jegenstaende sy over ontrent dry weken nogmael bin nen deser Stede synde door Stadts diender buiten dese jurisdictie is gedreven en gelast hier niet meer te mogen komen op pene van sware straffe, soo heeft sy liaer verstout op den 23 february laestledendes morgens ontrent negen uiren weder te komen binnen deser Stede en sonder cloppen ofte bellen te sluipen in het huis van Jacob van Overloop en aldaer uit de wynckel te nemen een stucktje swarte damaste stoffe met een lap sitse te samen weerdigh ontrent Veertigh guldens, enz. enz. Dat over dry weken uit deselve wynckel is vermist een stucktje fyn linwaet weerdigh ontrent vier a vyf pondt. En dewyle sy gedetineerde alsdoen mede bin nen deser Stede geweest issoo is sy nog beswaert met inditien van hetselve stucktje linwaet ook gesto len te hebben, schoon dit by haer instantelyck wordt ontkent. Alle hetwelcke saken syn niet te dulden in een Stadt van goede politie daer men justitie oeffent, al-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 74