IN ZUIDBEVELAND EN TE GOES. 199
opmerking de zelfde onverschilligheid waar bij
de burgerij, die zich bij de magistraat deed
kennen. In 1578 vereenigde zich nog maar een
tiental Gereformeerden om de prediking te hoo-
ren. En wel werd in dat zelfde jaar een Predi
kant beroepen, waaruit blijkt dat het aantal
hervormingsgezinden toegenomen was, maar er
schijnt weinig opwekkingweinig geestkracht bij
de gemeente bestaan te hebben. Althans het
waren vreemdelingen uit T^lissingen Middel
burg en Veeredie den eisch kwamen doen om
de Groote Kerk af te staan en die dien
eisch volhielden, terwijl de gemeente eenvoudig
volgde. Ook kan de beeldstormhier gepleegd,
niet als bewijs der godsdienstige opgewonden
heid der Gereformeerden gelden, daar alle ge
schiedschrijvers overeenkomen in het getuigenis
dat het Koomseh-gezinde gepeupel daarin al zoo
veel de hand heeft gehad. Alleen zou het ver
wondering kunnen wekken, dat bij het bestaan
van zoodanige onverschilligheid, de hervorming
betrekkelijk zoo spoedig tot stand is gekomen.