73 EEN KONINKLIJK BEZOEK ter van kaeel v, elisabeth. Heeft de geschiedenis haren gemaal als den nebo van het noorden getee- kend, haar heeft zij de deugdzame genoemd. En is het oordeel van vroeger eeuwen over den koning door het nageslacht van partijdigheid aangeklaagd, der koningin hebben later jaren de kroon van wa ren zieleadel, die haar door het voorgeslacht was opgezet, niet ontnomen. Ware dit geschied, het zou te onregt geweest zijn. Van het oogenblik af waarin de Juliaan van Zierikzee haar den deenschen vorst in de armen voerde 10), is zij hem eene getrouwe gade geweest, ook daardoor getrouw dat zij zijnen bloeddorst trachtte te temperen of, waar haar dit mislukte, zijne slagtoffers te redden. Welgevormd was hare gestalte. Haar gelaat, bleek als albast, had regelmatige trekken. Haar oog was de uitdruk king van eene reine ziel. En had het leed der laatste jaren eene weemoedige tint op haar voorhoofd ge legd, zij scheen opgehelderd, sints zij op nederland- schen bodem en onder Nederlanders zich bevond. Naast elisabeth zat de gastheer der ballingen, adolf van boukgondie, naast den koning zijne ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 122