OP ZANDENBURG.
87
gebleken achtte, niet alleen spoedig zijne vrouw,
maar tevens opgenomen onder de hofhouding der
vorstin. Na deze mededeeling zal de lezer het niet
onnatuurlijk vinden, dat zij het koninklijke gezin
naar Nederland volgde, toen het door de Denen
verstooten werd; niet onnatuurlijk, dat hij haar en
haren jens in het jaar 1523 te Veere ontmoet.
Minder gelukkig dan zij was intusschen hare
vriendin elisabeth geweest. Wouter cornelis-
sen, die met gunstig gevolg de visscherij dreef, had
eenen zoon, die op haar het oog had geslagen en
dien zij meer om zijne voortreffelijke zielshoedanig
heden dan om zijn fiksch voorkomen beminde. In
het eerst scheen het als of hunne liefde de goed
keuring van leendertsz zou wegdragen, gelijk zij
die van cornelissen bezat; doch weldra deed een
twist tusschen hetNicolaasgilde, waartoe de laatste,
en het Jacobsgilde, waartoe de eerste behoorde,
tusschen beide mannen eene verwijdering ontstaan,
die de minnenden noodzaakte om hunne verkeering
te staken.
Quirijn, zoo heette de zoon van cornelissen,