wêkêêêêêêêêBÊI^ÊÊÊÊÊÊIÊÊÊÊÊÊE^KÊÊÊÊÊÊ
OP ZANDENBURG. 107
noodigden, als de zaal bevatten kan, zijn binnenge
treden, van zijne plaats oprijst en de lippen gaat
ontsluitenIloe welsprekend is hij niet, nu hij in
dezer voege zich uitdrukt
Achtbare mannen en gij allen, die vóór mij staat,
indien hier de regtbank gespannen ware om diege
nen uwer, die schuldig zijn te vonnissen, ik zou mijne
verheven gasten dankzeggen voor hunne vergunning-
tot het straffen der misdaad, en de handhaving van
regt en geregtigheid. Maar hoe zal ik in staat zijn
het gevoel van erkentelijkheid, dat mij bezielt u te
doen kennen, nu de beleedigden het als hunnen
wensch hebben uitgesproken, dat hier slechts woor
den van vergiffenis voor de schuldigen, van beloo
ning voor mijne getrouwe onderdanen gesproken
wierden. Laat hetLeve koning christiaan en
zijne edele gemalin!" nu en straks na de mededee-
ling van zijn edelmoedig besluit en het aanschou
wen van hetgeen zij verrigten zal, onze welgemeen
de hulde aan beiden zijn."
Het gejubel der aanwezigen zweeg en ancelmus
lubbertsz, dien wij als pensionaris van Zanden-