112 EEN KONINKEIJK BEZOEK
antonia. Hij was bleek, maar krachtig door de ge
dachte, dat hij aan hem, die hem redde, een klein
gedeelte zijner schuld ging afdoen. En met welge
vallen rustte zijn oog nu eens op hem en dan weder
op haar, die hij als gade wenschte aan het hart te
drukken. Beiden stonden voor hem. Op eens grijpt
hij beider handen en legt ze in een, terwijl hij met
al de kracht, die hem ten dienste staat, deze woor
den spreekt
Hij, dien gij reddet, wakkere man! dankt
uuw vader, vriendin van mijne gade! zegent
uheil der edele koningin, die zóó den brave
loont
De gelukkigen knielden, en zegenend rusteden
's vaders handen op hun hoofd.
Een traan blonk in het oog der koningin, en toen
het: „leve koning chkistiaan en zijne edele gema
lin!" langs de wanden der zaal weergalmde en in
de kreten van hen, die daar buiten toefden, eene
krachtige echo vond, toen klopte 's vorsten borst
van een genot, dat voor een oogenblik het verlies
van kroon en scepter hem deed vergeten.