AANTEEKENING. In het Archief voor nederl. taalkundeverzameld door dr. a. de jager, deel I, bl. 187 verv., komt van de hand des geleerden verzamelaars een belangrijk stuk voorover de verschillende be namingen van het heimelijk schoolverzuim der leerlingen. Ook de spreekwijze wachter de haag loopen" wordt daarin behandeld. Ook daarin wordt gezegd, bl. 189, dat haag, hegge, tuin en boschje woorden zijn, oorspronkelijk dikwerf en ook hier van gelijke be- teekenis. Toch houdt de schrijver de spreekwijze ontleend »/van het zich verschuilen of zich ophouden achter eene haag, hegge of omtuining", en neemt dus het woord wachter" niet in zijn' oude, maar tegenwoordige beteekenis. Wij mogen echter niet uit het oog verliezen, dat gemelde spreekmanier geene melding maakt van zich verschuilen, maar van loopen. En, bedenken wij dan wat bo ven gezegd is, en hechten wij op het oudtijds gewone gebruik van whage" en wachter," dan geloof ik aan de bewuste spreek manier niet ten onregte den zin gegeven te hebben, die er aan is toegekend. Voor de beteekenis van hegge als bosch heb ik met ypey (zie Taalk. handleidtot de staten-ovcrz. des Bijbelsdoor a. de ja ger op u hegge") niet bijgebragt Luc. XIV: 23: vgauitin de wegen en heggen." Immers, ik geloof, dat onze overzetters daar werkelijk gedacht hebben aan eene w omtuining van laag boom gewas want het grieksche woord heeft inderdaad de beteekenis

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 181