ALLES VEEGEEFSCH.
199
cotten was met liem bekend geworden toen kabel
voor drie jaren op Zandenburg bij Veere, een'
zoon van heer wolfaabt van boeselen had ten
doop gehouden. De afscheiding van edelen en aan
zienlijke poorters was in dien tijd niet meer zoo
schérp als vroeger; en bij jongelingen, beiden zich
badende in zingenot, was ligt eene toenadering, die
zich voor't oog der wereld momde in hooghartigheid
aan de eene en eerbiedige ondergeschiktheid aan
de andere zijde. Wel was beider betrekkingeenigen
tijd afgebroken geweest, maar toen zich het gerucht
verbreidde, dat de graaf van Charolois eerlang in
Zeeland zou verschijnen om er in naam van zijnen
vader vierschaar te spannen en regt te spreken, viel
het aan boubewijn niet bezwaarlijk, den voormali-
gen deelgenoot zijner brasserijen op te zoeken en
zich met list aan hem te kluisteren. Ligtzinnigheid
en ligtgeloovigheid waren hoofdgebreken in kabel;
't viel den geslepen boudewijn, die voortreffelijk
de rol van hoveling te spelen wist, niet moeijelijk
zich diep in de gunst van den jongen graaf in te
dringen. Hij hield hem voor, hoe de aanmatigingen