AANTEEKEN1NGEN.
209
gelaten dat bij het ontkend worden van eenig nut van den toren,
die uitgave geheel doelloos zoude zijndat aan burgemeester en
wethouders dus slechts twee voorstellen overblijven a. het doen
omrasteren en alzoo laten staan en dus langzaam vervallen van
den toren, of b. de geheele amotiedat het eerste zoowel voor
personen als voor nabij gelegene gebouwen gevaarlijk zijn kan,
daar de omrastering nooit het gevaar geheel zal wegnemen en
dus burgemeester en wethouders, hoe noode en huns ondanks
ook, tot het tweede voorstel hebben moeten overgaanzoodat zij
voorstellen gemagtigd te worden na bekomene authorisatie den
toren te gelde te maken.
Dit voorstel vond evenwel tegenkanting, zoo in den raad als
bij de burgerij, waaronder velen gehecht waren aan dit eerwaar
dige monument, terwijl daarentegen 85 ingezetenen bij adres het
voorstel ter afbraak ondersteunden. Het einde van de overwegin
gen is geweest, dat het gedreigde doodvonnis vooreerst is afge
wend, aangezien aan burgemeester en wethouders is opgedragen
om te onderzoeken of het mogelijk is de bouwvallige stukken van
den toren af te nemen en hem dus te laten staan. Wat hieruit is
voortgevloeid kwam nog niet ter mijner kennis, doch daar alzoo
dit jaar voor den Zierikzeeschen toren eene kwestie van het to
he or nor to be heeft opgeleverd, gaf mij dit aanleiding om
volgens de in plaat bestaande, maar zeer weinig en buiten Zierik-
zee bijna geheel niet bekende afbeelding van den toren zoo als
men voornemens geweest was hem te bouwen, daarvan een steen
drukplaatje in dit jaarboekje te geven. Het bezwaar om eene zoo
uitvoerige teekening met zoo vele bouwkundige versierselen op
eene verkleinde schaal duidelijk te geven, is door de naauwkeu-
righeid van den heer T. hooiberg, teLeiden zooveel overwonnen
als zulks mogelijk wasde lithographie strekt hem naar mijn oor
deel tot groote eer, ofschoon het in den aard der zaak ligt, dat eene
op een derde verkleinde voorstelling geen volledig denkbeeld geven
14