244 HET BELEG VAN SLUIS. nigen en af te vragen of zij nog gezind was dat ontzet gedurende 4 of S dagen af te wachten en inmiddels met hen op de bres te leven of te «terven De dapperen stemden juichend toe, en allen ver wachtten de dingen die gebeuren zouden. Hun geduld werd echter op eenezware proef ge steld. De dag van den 2deu Augustus ging betrek kelijk rustig voorbij. De belegeraars, blijkbaar door iets anders afgetrokken, deden geene nieuwe aan vallen, maar ook de schepen, die voor den wal lagen, maakten geene beweging om in te komen of den vijand te ontrusten. De voormiddag van den 3den ging op dezelfde wijze voorbij, doch in den namid dag, toen de vloot nog altijd bleef waar zij was, openden de Spanjaarden op nieuw van twee zijden een hevig vuur tegen de Westpoort, welks midden gewelf eindelijk bezweek, en in zijn val eenige sol daten en burgers verplette; anderen belangrijke wonden toebragt. Men beproefde echter geen storm, maar vergenoegde zich met het verkregen voordeel, en bleef den post inhouden. Den 4den kwam eindelijk zekere claeyke, als bode

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 300