JAN
CAREL
PILAAR.
283
noemd jaar slechts in geringe mate ondervinding
en kennis als zeeman kon opgedaan hebben, aan
gezien hij naauwelijks drie jaren buiten de havens
van het rijk, en bovendien een groot gedeelte daar
van gestationneerd in onze West-Indische koloniën
had doorgebragt. Doch mogen wij ook met het op
gevat voornemen, om pilaar aan meergenoemd
instituut te verbinden, instemmeneven zeer aar
zelen wij niet een afkeerend oordeel uit te spreken
over de wijze waarop het werd ten uitvoer gelegd,
en daarin eene miskenning te zien van zijne niet te
ontkennen verdiensten. Bij besluit van den 12den
maart 1830 werd hij in den algemeenen maatregel
betreffende de zee-officieren die, betrekkingen aan
den wal bekleedende, in die betrekkingen wenseh-
ten gecontinueerd te worden begrepen, en uit het
vaste corps zee-officieren afgevoerd. Daardoor werd
hem het vooruitzigt op verdere bevordering, al
thans de zekerheid daaromtrent, benomen, zonder
dat hem eenige toezegging voor de toekomst werd
gedaan. Het verkrijgen van een hoogeren titulairen
rang, dat vroeger een regt kon heeten, was nu eene