20 COKNELIS SYMONSZ. rapporteerden. De commandeur gaf een ieder de zaak in overweging, gelastte hun „den Almogende den aenstaende nacht te bidden om recht verstand en mannelyke couragie" en beval hen zich den volgenden morgen twee uren voor het aanbreken van den dag, nadat hij daartoe sein zoude hebben gegeven, weder aan zijn boord te begeven, ten einde overeen te komen wat er gedaan moest worden, hetgene geschiedde. Eenparig werd besloten bij het doorkomen van den zeewind de vijandelijke sche pen, niettegenstaande ze digt onder de forten geankerd en daardoor beschermd lagen, onverhoeds aan te tasten en te trachten te vernielenzoo mede dat, daar het vaarwater hun onbekend was, de ligtste schepen, zijnde de jachten, David regts en Botter dam links, de vloot zouden voorzeilen, en door gestadig te looden, de diepten door eene vlag aan geven, terwijl ze nader onder den wal komende eenige sloepen regt vooruit zouden zenden, die hetzelfde moesten observeren. Yan de schepen zoude de Zierikzee vooruitzeilen en den commandeur aan boord hebbende Arnemuiden, Valckenburg, Fra-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 70