Zeeland bereidt grootscheeps recreatie-onderzoek voor
Primeur voor Nederland
Het ziet er naar uit, dat Zeeland een
uniek onderzoek op het terrein van de open
luchtrecreatie en het toerisme krijgt. De
werkcommissie (het dagelijks bestuur) van
de Provinciale raad voor de recreatie in
Zeeland bereidt een omvangrijk recreatie-
onderzoek voor. Het is de bedoeling dit on
derzoek voor een belangrijk deel in het
komende seizoen te houden
Of het zal doorgaan, is afhankelijk van
de medewerking van het provinciaal bestuur,
dat voor de financiering moet zorgen. Deze
studie zal veel geld vergen. Gerekend wordt
op een bedrag van tenminste 200.000.
De werkcommissie van de Recreatieraad
heeft goede hoop, dat het rijk belangrijke
subsidies zal verlenen.
De aanleiding tot dit onderzoek is ge
weest een poging van de werkcommissie van
de Recreatieraad om te komen tot een uit
gewerkte visie over de toekomstige ont
wikkeling van de recreatie en het toerisme
in Zeeland. Het bleek, dat een dergelijk
uitvoerig beleidsadvies niet kan worden ge
geven omdat te weinig bekend is van de
huidige omvang van de recreatie en het toe
risme in Zeeland en van de verschijnselen,
die zich daarbij voordoen.
De werkcommissie heeft de uitgewerkte
nota daarom doen voorafgaan door een op
zet. die zich beperkt tot de hoofdzaken,
maar overigens waardevolle adviezen geeft
voor het beleid in de eerstkomende jaren.
Bij het uitbrengen van de nota is gewezen
op de noodzaak van onderzoek. Inmiddels
wordt met voortvarendheid gewerkt om het
onderzoek-programma zo spoedig mogelijk
gereed te krijgen.
Tijdens de behandeling van de recreatie
nota door de provinciale staten is het
onderzoekprogramma in grote lijnen bekend
geworden.
Het onderzoek zal zich over de gehele
provincie uitstrekken.
Niet alleen de toeristen, maar ook de
eigen bevolking wordt hierbij betrokken.
Onderwerp van studie zullen zijn:
de opname-capaciteit van bestaande en
toekomstige Zeeuwse recreatiegebieden.
inventarisatie van de toeristische slaap
plaatsen in Zeeland en het gebruik, dat
daarvan wordt gemaakt (categorieën
recreanten, verblijfsduur enz.). Een af
zonderlijk punt van onderzoek zal de
tweede woning vormen.
de omvang en de spreiding van de re
creatie en het toerisme in Zeeland. On
derscheid zal worden gemaakt tussen de
verblijfs-, de weekend- en de dagre
creanten. Dit onderzoek zal zich uit
strekken over alle vormen van recreatie,
zoals strandbezoek, watersport, sport-
visserij, dijkrecreatie enz. De bedoeling
is een zo goed mogelijk beeld te krijgen
van de bezettingsgraad van de verschil
lende recreatiegebieden.
het gedragspatroon en de behoeften van
de recreanten in Zeeland. Het is van
groot belang voor het inrichtingsbeleid
van overheid en ondernemers, dat zij
bekend zijn met het gedrag van de re
creanten en met de verlangens, die zij
ten aanzien van de voorzieningen en
de dienstverlening hebben. Men denke
in dit verband aan de ontspanningsac
commodatie. Over de behoeften van de
recreanten tast men overigens niet alleen
in Zeeland nog voor een belangrijk deel
in het duister.
marktonderzoek voor de promotie van de
Zeeuwse recreatiegebieden. In het kader
hiervan zal de waardering van Zeeland
als vakantieland worden onderzocht. Dit
onderzoek zal zich niet beperken tot het
enqueteren van in Zeeland verblijven
de recreanten. Het is immers van groot
belang inzicht te krijgen in de motieven,
waarom men niet (meer) naar Zeeland
komt.
De gegevens hoopt de werkcommissie
van de Recreatieraad te verkrijgen door het
houden van tellingen in de recreatiegebieden
en op de wegen. Daarnaast zullen recreanten
en ondernemers worden geïnterviewd. Wil
het onderzoek betrouwbare gegevens op
leveren, dan zullen duizenden personen moe
ten worden geënqueteerd.
Uit deze korte beschrijving blijkt, dat
aangestuurd wordt op een bijzonder ambi
tieus programma. Een dergelijk onderzoek,
waarbij de gehele provincie wordt ..door
gelicht", is uniek voor Nederland en ver
dient navolging. Niet alleen in Zeeland is
te weinig onderzoek verricht. Dit is helaas in
geheel Nederland het geval. Zoals eerder
vermeld, wordt gepoogd het onderzoek zo
veel mogelijk in 1970 te verrichten. Voor
enkele punten van het programma wordt
Eilanden I.
Er is een begin gemaakt met de realise
ring van het bagger- en eilandenplan voor
het Veerse meer.
Hoewel er reeds zeer veel is gedaan
voor de watersport in de vorm van jacht
havens en steigers, terwijl de bevaarbaar
heid ieder jaar verbeterd wordt, is het
toch wel nodig om de pleziervaart meer
gelegenheid te geven om zo maar ergens
stil te liggen buiten de haven. Er zijn aan
trekkelijke gebieden voor de dagrecreatie
gemaakt. De oeverlengte ten behoeve van
vooronderzoek in dat jaar nodig geacht. Het
betreft de studie over het gedragspatroon
en de behoeften van de recreanten in Zee
land èn het marktonderzoek. Met name het
eerste programmapunt is zeer ingewikkeld en
wil dit onderzoek een zo hoog mogelijk
rendement afwerpen, dan is voorstudie on
misbaar. Het definitieve onderzoek voor
deze programma-onderdelen kan dan in
1971 plaats vinden.
De gegevens, die het onderzoek zal op
leveren, zullen belanrijk zijn voor het
inrichtingsbeleid van de overheid: uitbrei
ding van het recreatie-areaal, aanpassing
van het wegennet en de parkeeraccommo
datie. verdere ontsluiting van de stranden,
uitbreiding van de voorzieningen voor de
watersport en de sportvisserij, enz.
Temeer zijn deze gegevens zo belangrijk
omdat Zeeland geconfronteerd wordt met
de inrichting van grote recreatiegebieden,
zoals het Grevelingenbekken en het Zeeuwse
meer. Ook in verband met de gewenste ver
hoging van de attractiewaarde van de
Zeeuwse recreatiegebieden zal het onder
zoek waardevol zijn.
Het spreekt vanzelf, dat het onderzoek
niet alleen van betekenis is voor de over
heid, maar ook voor de ondernemers en de
„exponent" hiervan: de Provinciale Zeeuwse
VVV. Deze organisatie zal vooral gebruik
kunnen en moeten maken van het onderzoek.
Indien alles naar wens verloopt, kan de
Provinciale Zeeuwse VVV tesamen met het
bedrijfsleven door een krachtige reclame
campagne. gebaseerd op de resultaten van
het marktonderzoek, trachten de toeristische
belangstelling voor deze provincie weer in
stijgende lijn te brengen.
C. de Vos, Middelburg.
de watersport kan nog wel worden uitge
breid. In het bagger- en eilandenplan is aan
déze uitbreiding gedacht bij het ontwerpen
van eilanden.
Wel waren er de reeds door de natuur
gevormde eilanden Haringvreter en Aard-
beien-eiland, maar deze zijn onvoldoende om
de steeds groter wordende groep water
sporters aanleg- en ontspanningsmogelijk
heid te bieden. Om deze reden is door het
bestuur van ,,Het Veerse Meer" in de buurt
van de landbouwhaven ,,De Piet" het vorig
jaar een eiland gemaakt, dat werd ge-