„Ons koor is geen elitaire club" „Enthousiasmerend" boekje over oost Zeeuws-Vlaanderen Jan Valkier van Zeeuws Mannenkoor: „Helemaal uitverkocht. Een geweldig succes!" Dat zei ons een enthousiaste voorzitter Jan Valkier van het Zeeuws Mannenkoor, toen we hem nog een exemplaartje van de eerste grammofoonplaat van zijn koor wilden afbedelen. Het koor maakte enige tijd voor Kerst 1976 zijn eerste langspeelplaat. En die plaat opgenomen in de oude Kloetingse Geerteskerk „vloog weg". Het nog vrij jonge koor blijkt in de smaak van zangminnend Zeeland te vallen. In oktober 1972 nam een aantal muziek- en zangliefhebbers het besluit een Zeeuws Mannenkoor op te richten. Plaats van ves tiging werd Goes, maar de zangers kwamen uit vrijwel alle delen van de provincie. Al vrij spoedig na de oprichting bleek de animo te groeien om lid van het koor te worden, en kon er al met een goed aantal zang lustige mannen worden gerepeteerd. „Evert Heijblok, ook bekend van de Zeeuwse Koorschool, was onze eerste diri gent. Van hem mogen wij zeggen, dat hij toch veel voor ons koor heeft betekend," zegt voorzitter Valkier. Hij is er geweldig trots op dat een be kende zangeres als Marie-Cécile Moerdijk met „zijn" koor op de plaat heeft willen zingen. Haar broer, de pianist Carlos Moer dijk, was eveneens van de partij. Het werd een plaat vol Kerstliederen, die zoals gezegd vlot werd verkocht. „Er is nog steeds animo bij de mensen om in ons koor mee te zingen," zegt Jan Valkier. „Onze bezetting schommelt zo rond de 100 man. Maar dat wil niet zeggen, dat we niemand meer kunnen gebruiken." „Alle mannenstemmen zijn welkom, maar eerste tenoren het meest. Maar laat nu als jeblieft de bassen en baritons niet denken „o, dan meld ik me maar niet aan", want ook voor hen hebben we nog wel plaats," zegt de voorzitter van het Zeeuwse Man nenkoor nadrukkelijk. Hij is nog nadrukkelijker als hij stelt: „Ons koor is geen elitaire club. Bij ons zingen alle rangen en standen. Hoofdzaak is niet wat je doet, of wat je bent, maar je lifede voor zang en muziek. Dat is ons uitgangspunt." Het Zeeuws Mannenkoor is een veel ge vraagd gezelschap in de provincie. „We moeten soms met al die aanvragen wat kalm aandoen", biecht voorzitter Valkier op. „Je moet per slot van zaken ook nog tijd overhouden om je repertoire te ver nieuwen en de nieuwe stukken te kunnen instuderen." Hij wil ons wel alvast toevertrouwen, dat het Zeeuws Mannenkoor dit jaar weer te be luisteren zal zijn op 30 april, tijdens een Koninginnedag-concert in de Goese Grote Kerk. „Wij zijn met het koor van de partij, maar ik zeg nu nog niet wie de solisten en het orkest zullen zijn. Er moeten ook nog verrassingen blijven," aldus Jan Valkier, die bij het eind van het gesprek nog eens zegt: „Vergeet je het niet? Dat van die liefde voor de zang, die hoofdzaak is? Echt waar, daar komt het op aan!" Joris van Hoedekenskerke. Maar het Zeeuws Mannenkoor heeft na tuurlijk meer op zijn repertoire: Composities van Bach tot Diepenbrock en van Palestrina tot Koekelkoren. Het koor heeft in de jonge Middelburger Han Beekman niet alleen een goed arrangeur, maar ook een goed koor leider gevonden. Marie-Cécile noemde hem „een geduldig doorzetter, een vriendelijk- straffe leider, een muzikaal arrangeur en een kundig dirigent". En als Marie-Cécile dat zegt Han Beekman, dirigent Zeeuws Mannenkoor Welke buitensport is dat ook weer die geen investeren, verzekeren, omzetbelasting, brandstof, stalling, pech-hulpdiensten en zo vraagt, en die je het hele jaar door kunt beoefenen? Even nadenken! O ja, wandelen! Wat ons betreft liever niet in de stad met dat lelijke verkeer en al die lokkende etalages: niks aan, op zulke prachtige voor jaarsdagen en warme zomerweekends als haast iedereen op de weg en op het water zit. „Wandelen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen" is een boekje van zowat honderd bladzijden, de enige investering 9,90) die nodig is voor het verkennen en intens genieten van die streek. Auteurs: Sponselee, Van der Hoeven en Wijne; uitgave: Duerink Krach ten; verkrijgbaar bij de VVV's en in de boekhandel. Er worden 25 wandeltochten in beschre ven tussen 3 en 15 km lengte dikwijls een kleine en een grote vanuit hetzelfde vertrekpunt. Het begint in het westen, bij de Braakman, en eindigt bij Clinge en Saaftinge; het geeft overzicht- en detail kaarten en beschrijft heus niet alleen de routes door dit landschappelijk zo fraaie en ongerepte Zeeuws-Vlaanderen. Het is een zeer deskundige, niettemin pretentieloze gids die u wijst op de vogels en die toont ook op de berm- en weideplanten, de hagen; de arbeidershuisjes-van-toen met de linde bomen ervoor en de varkenskotjes erachter. Hij leidt ons door de „Beoostenblijbenoor- denpolder" en langs het „Groot Eiland", over de wallen van Hulst, langs de 3000 hectaren schorren, slikken en geulen van Saaftinge. Hij citeert uit het 12de-eeuwse dieren epos: „Reinaert sprac: „heere, swighet stille; Merket, waer mine redene gaet. Int oost ende van Vlaanderen staet een bosch, ende heet Hulsterloo" en daar wandelen we dan ook dóór. Hij vertelt van de geschie denis der polders, waarvan sommige her haalde malen werden overstroomd, herdijkt, anders genoemd. Kortom: met dit boekje heeft men een schat van gegevens, wenken, routebeschrij vingen, landschapfoto's en natuurhistorische feiten bij zich. Let op die hoogstamboomgaard; boven die polder is de blauwe kiekendief te zien; daar ligt het Schaperswiel, overblijfsel van een dijkdoorbraak; kijk daar is een levens boom boven de deur, en hier komt de snel verdwijnende Axelse klederdracht nog wel voor! Schaf het boekje aan, lees er thuis eens in, zoek een wandelroute uit en trek erop uit! Machtig-interessante landstreek met een boeiend verleden, en een prachtige natuur! S. Z. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 31