Overbeviste Noordzee:
Slechts 3'(op 100 kabeljauwen
worden 8 jaar oud
Op Hiswa-congres Amsterdam:
Gedeputeerde Van Geesbergen en
burgemeester Zierikzee aktief
Tekst: Cor van Heugten.
Vooral in de winter als het buiten-zijn
niet altijd even aangenaam is, lenen deze
plaatsen zich juist in hoge mate om vanuit
de warme auto van alles en nog wat op
het gemak te bekijken. In vele gevallen is
het alléén vanuit de auto mogelijk, omdat
bij uitstappen de vogels verontrust worden
vanwege de te kleine afstand. Een auto
wordt duidelijk niet negatief door hen be
oordeeld, de mens wel!
Indien u daar plezier in hebt, kunt u
van alles en nog wat, het gedrag betreffend,
waarnemen aan allerlei rondscharrelende
vogels. Zo zult u bemerken, dat doen en
laten per vogelsoort verschillend is.
De Plevieren maken bij het voedselzoeken
steeds een reeks kleine snelle pasjes, om
dan naar iets te pikken. Strandlopers blij
ven al lopend pikken. Wulpen lopen graag
in wat graziger terreinen en halen feilloos
met hun lange, naar beneden gebogen sna
vel, voedsel uit de grond. Méér van deze
langbenige waadvogels hebben dat vermo
gen. Op of in de snavelpunt bevinden zich
namelijk zeer gevoelige tastharen, waarmee
de dieren onbeziens weten wat ze wel
kunnen opeten en wat niet.
Let u ook eens op de grote ronde ogen
van de Plevieren, de Kievit is er ook één.
Die „voelen" niet met hun snavel in de
bodem, maar pikken daarvan of er boven
als het vluchtende vliegjes betreft. Dit
noemen we ogenjagers, die zien dus wat
ze oppikken.
Bergeenden „rommelen" graag systema
tisch in het slik dat even onder water ligt.
Smienten, ook wel Fluiteenden genaamd,
grazen over het algemeen. De Wintertaling,
ons kleinste eendje, heeft een voorkeur
voor plantenzaden die hij uit een slikkige
bodem slobbert. Kuif- en Tafeleenden be
horen tot de zogenoemde duikeenden. Ze
zoeken hun voedsel in de vorm van jonge
mossels en Steurgarnalen onder water. De
naam zegt het al: ze duiken het op.
Daarnaast zult u zeer waarschijnlijk vol
komen passief aandoende vogels aantreffen.
Wanneer het eenden betreft', deze hebben
in de nacht reeds hun kostje opgehaald
en rusten nu uit. Steltlopers en Plevieren
staan in dat voorkomend geval schouder
aan schouder en soort bij soort samen
gedromd. Dit zijn de vogels, die in nauwe
relatie met de getijden leven. Ze zoeken
voedsel bij laag water en rusten wanneer
het vloed is. Ze hebben dus geen dag- en
nachtritme, maar een getijdenritme.
Wat ik u hier verteld heb, is slechts
een greep uit het scala van mogelijkheden.
Bij regelmatig toekijken en vergelijken van
de soorten onderling, kunt u zelf nog veel
meer ontdekken. Dit heeft nog een voor
deel. Wanneer u het gedrag kent, behoeft
u niet altijd af te gaan op de kleuren
die de vogel heeft. Veel soorten zijn na
melijk zó specifiek wat hun gedrag betreft,
dat herkenning daaraan in veel gevallen
mogelijk is.
Op 19 maart is in Amsterdam op de
Hiswa een discussiebijeenkomst gehouden
over de inhoud van het rapport „Visie op
Varen". Volgens de conclusies van dit rap
port kunnen in Nederland nog 80.000 tot
100.000 ligplaatsen, een flink aantal boot-
trailerhellingen en gasten-aanlegplaatsen
worden gebouwd. Voor de Delta is er zeker
nog ruimte tot het jaar 2000 voor ruim
30.000 ligplaatsen.
Op de discussiebijeenkomst voerden Ge
deputeerde Van Geesbergen en burgemeester
mr. Th. de Meester het woord. De gede
puteerde voor recreatiezaken deed de be
lofte het belangrijke rapport van de Delftse
hoogleraar prof. Maas en de planoloog ir.
Petri in elk geval in de besluitvorming
over de Oosterschelde mee te nemen. De
heer Van Geesbergen vroeg overigens aan
dacht voor de spectaculaire groei van de
visbootjes en plankzeilers, die ook een plekje
onder de zon vragen. Er moeten trailer
hellingen komen om wildgroei te voorkomen
Door Cor van Heugten.
Een zeehengelaar, die een kabeljauw (zeg
maar gul) van ongeveer 55 cm vangt, heeft
een vis van drie jaar in de pan. Als de
maatlat 68 cm aangeeft, is de kabeljauw
vier jaar oud. Wie geen maatlaat heeft,
kan ook wegen. Op het einde van het eerste
levensjaar is een kabeljauwtje van 18 cm
rond de 540 gram zwaar. Reken maar op
ongeveer 2 kilo op drie jaar en ongeveer
5 kilo op 5 iaar. Een jaar later is er al
2 tot 3 kilo bijgekomen. Wie een kabeljauw
van ongeveer 10 kilo vangt, heeft een kanjer
van 8 jaar aan de haak.
Visserij-biologen hebben berekend, dat
slechts 3 op de 1000 kabeljauwen erin sla
gen die leeftijd te bereiken. Het zijn de
visnetten, die het „um doen". Er wordt veel
te veel vis van een jaarklasse weggevangen,
zeggen de biologen. Ruim 80 procent van
de vangst bestaat uit 1- en 2-jarigen. Na
drie levensjaren is er van een jaarklasse
nog slechts 15 procent over. Als u nu weet,
dat een kabeljauw na het vierde jaar pas
geslachtsrijp wordt, dan is het duidelijk,
dat nog slechts 3 procent van alle vis de
kans krijgt voor een nageslacht te zorgen.
Ruim tien jaar geleden kreeg 10 procent
van een jaarklasse uiteindelijk nog de kans
voor de instandhouding van de soort te
zorgen.
Alles wijst erop, dat de kabeljauw over-
bevist is. Ook de zeehengelaars hebben ge
luk gehad, dat er in de zestiger en zeven
tiger jaren een aantal zeer sterke jaarklassen
Burgemeester De Meester eiste ronduit
een objectieve belangenafweging. In Zierik
zee moeten hoognodig voorzieningen komen
aan ligplaatsen en passanten-ruimte. Er kan
echt niet op langdurige inventarisaties en
beleidsformuleringen gewacht worden, waar
zonder enige schade voor natuur en land
schap nu al knopen kunnen worden door
gehakt.
Een CRM-topambtenaar beloofde plechtig,
dat er die belangenafweging echt zal komen.
Ook voor de vele bootvissers, die om en
kele trailerhellingen schreeuwen.
In de loop van oktober begint waar
schijnlijk de inspraak-procedure voor de
Oosterschelde. De stukken voor de plenaire
stuurgroep zijn bijna klaar.
Prof. Maas en ir. Petri gaven ronduit toe,
dat ze in hun rapport de enorme problemen
en snelle groei van de bootvissers hebben
onderschat. Ze hopen later in hun bijstel
ling van het rapport hierop nog eens terug
te komen.
geboren zijn. In 1969 en 1970 tesamen kwa
men er 1 miljard jonkies in de Noordzee.
In 1976 werden zeker 600 miljoen recruten
geboren, zou de Belgische bioloog dr. R.
de Clerck zeggen. De jaarklasse van 1977
was helaas zwak. Er is slechts één remedie,
volgens de RIVO-biologen. De maat van de
netten moet groter. De maaswijdte moet
omhoog. De vangsten van de zeehengelaars
zijn dit jaar en de komende wintermaanden
1980 beslist nog redelijk goed. Maar het
zal van 1980 op 1981, zeker wat de grote
makkers betreft, echt weer wat minder
worden.
Er wordt de komende maanden beslist
ook flink wijting door de zeehengelaars ge
vangen. Er zijn enkele goede broedjaren
geweest. Maar bedenk, dat ook de beroeps
vissers van de Noordzee jacht op de wijting
maken, die als lekkerbekje de braadpan in
kan. Wijting, die maximaal een halve meter
wordt, haalt het eerste levensjaar ongeveer
15 cm. Als een wijting een jaar is. heeft
u 200 gram vis aan de haak. Een wijting,
die 8 jaar oud wordt, weegt 700 tot 800
gram. Aan het begin van het derde jaar
is al 85 procent van het broed uit die jaar
klasse, uit de Noordzee verdwenen.
Ook de wijting wordt dus veel te zwaar
bevist. Laat het de zeehengelaars, vooral de
bootvissers een troost zijn, dat er de ko
mende maanden veel wijting helaas te
klein van stuk kan worden gevangen.
23