De speeltuin. Afwasgelegenheid bij de toiletten. SCHOONMAAK OP OOSTERSCHELDE: JAPANSE OESTERS BEDREIGEN DE TEELT VAN ECHTE ZEEUWSE OESTERS. Door Cor van Heugten. De Zeeuwse oesterkwekers maken zich grote zorgen over de sterke uitbreiding van Japanse oesters op de Oosterschelde. Naar schatting van de biologen van het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek heeft zich de laatste jaren een totaal-aantal van enkele tientallen miljoenen van deze milieu- vreemde schelpdieren op en buiten de oes- terbanken afgezet. De Verenigingen Vervoex (11 oesterkwe kers) overweegt een subsidie-aanvrage bij de Directie Visserijen om een grote ver- delgingsaktie tegen deze „onkruid-oesters" op touw te zetten. Volgens het RIVO moet de ontwikkeling van het Japanse oesterras een halt worden toegeroepen om de groot scheepse plannen voor de wedergeboorte van het inheemse ras van de Zeeuwse platte oester op de Oosterschelde, veilig te stellen. Na de rampwinter 1962—63 hebben en kele Zeeuwse oesterkwekers grote aantallen oesters uit Portugal, Frankrijk en zelfs Japan geïmporteerd om nog een aantal jaren van de open Oosterschelde te profiteren. Het gevolg was, dat het geïmporteerde Japanse oesterras, dat wel eetbaar is, zich over grote delen van de Oosterschelde heeft verspreid. De kwaliteit van deze vrij winter harde oester haalt het niet bij de Franse en zeker niet bij de Zeeuwse oesters met wereldfaam. De Japanse indringers hebben de nare eigenschappen Zeeuwse oesters van de pannen en collecteurs te verdringen, na dat ze als broedjes zijn opgevangen. De schaal van de Japanners is veel harder en scherper. De afgelopen weken zijn bijna 750.000 oesters van het Zeeuwse platte ras vanuit de Grevelingen naar de Oosterscheldebanken overgebracht. Met deze moederdieren hopen de 11 kwekers en ook het RIVO (met eigen kweekplaatsen voor de oudste oesters) weer een flinke broedval van het inheemse ras op de oesterbanken te brengen. In de toekomst is er ruimte op de Oos terschelde voor een nieuwe Zeeuwse oester teelt van zeker 40 tot 60 miljoen stuks per jaar. Om dit te bereiken moet een sterke moederstand worden opgebouwd. Het is voor kwekers en biologen een klein natuur wonder geweest, dat in de Grevelingen na de strenge winters van 1962 en 197879 grote aantallen oesters van het oude win terharde Zeeuwse ras ontwikkeld hebben. Er zijn in hete zomers enkele broedexplosies geweest, die nu de herbevolking van de Oosterschelde mogelijk maken. Na de bouw van de stormvloekering in 1985 krijgt de Zeeuwse oester weer unieke kansen op dit schone water met een zuiver gedempt getij. Het is echter zaak de opmars van de vrij waardeloze Japanse oesters, die zich snel vermenigvuldigen, te stuiten. Het is volgens oesterkweker Piet Verwijs nog een geluk geweest, dat er een aantal koele zomers zijn geweest. Hierdoor is een geboorte-ex plosie van het Japanse ras uitgebleven. De Zeeuwse kwekers hebben zeer onlangs de bestrijding van de Japanse invasie in de Schelpdieren-commissie besproken. Het wordt een kostbaar karwei, waarbij een rijkssubsidie niet gemist kan worden. Ver wacht mag worden, dat een deel van de Japanse oesters nog kan worden verkocht als consumptie-artikel voor bepaalde mark ten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 10