Of er behoefte aan was ik wil daarover mei niemand
twisten. Genoeg, hij is er, en staat daar dus als lichtbaak
voor hej Zeeuwsche volk. «Zeker, het boekske ziet er
nog al wel uitmaar het is niet alles goudwal blinkt
«liet heeft, als almanak, tamelijken omvang, maar de
grootste lantaarns geven niet altijd het meeste licht.
Het zij zoomaar nog al velen hebben hier een kaarsje
ontstokenvelé kleine lichtjes kunnen met elkander
nog al eenigen glans verspreiden en wij vertrouwen
alzoo,dat geen Hollandsch Recensent op het Zeeuwsche
volksboeksken het gezegde van den Zeeuwsclien volks
dichter zal toepassen
Al heeft een hoer een schoon gesicht
't Is een lanterne sonder licht.
Intnsschen geëerde lezers en lezeressenhet lantaarn-
ontstekerschap is wel een nuttig, maar toch vrij lastig
en sober bezoldigend werk. Terwijl ik mij zet,om ook
iets voor den almanak te schrijven denk ik onwille
keurig aan wijlen den braven trass saerebout, die
zijne werkzaamheden besloot als lantaarnopsteker aan
de SlurfHet viel den man daar in de hoogte op zijnen
ouden dag vrij wat moeijelijkerdan het onder storm
vlagen zelf aan het roer staan hem vroeger gevallen
Was. Daarbij ervarene zeelieden wisten den rustigen
loods naar waarde te schatten; onbevarene binnenschip
pers, wanneer zij op zijne aanwijzing niet gelet en het