Doch nog eens den blik geslagen
Op den gulden zonnewagen
Zien wij wat zijn glans bedekt l
Hoe zijt gij 'tYorstin der sferen
Diein 't statig wederkeeren
Febus aan ons oog onttrekt
Ja 'k herken u aan de transen
Doelt waarom uws broeders glansen
Dus verdonkerd lieve Maan
Wilt ge in spijt der hemelwetten
Hem van 't rijksgebied ontzetten
Dringen uit zijn grootsche baan?
Staak die poging, zoo vermetel!
Wantte heerschen op zijn' zetel
Yoegt niet aan een zwakke Maagd,
't Zal toch nimmer u gelukken
Hem de kroon van 't hoofd te rukken
Die slechts hij met eere draagt
Of zou 't ligt uit wraakzucht wezen
Wijlop Latmos kruin voor dezen
't Al ontdekkend licht der Zon
U van schaamte en spijt deed blozen
Onder 't dart iend minnekozen
Bij uw vriend Endymion?