z.
100
Goed rondgoed Zeeuwsch. Gij hebt in vele opzig-
ten gelijk.
V.
Nu zie ik dat ik in mijn oordeel over de Zeeuwen
gedwaald heb. Ik dacht, dat zij alles in hun land goed-
vonden en dat het volhouden hiervan goed Zeeuwsch
was. Ik begon ook u van die vooringenomenheid en
eenzijdigheid te beschuldigen.
Z.
Neen man zoo zijn de Zeeuwen nietten minste
de goede Zeeuwen zijn zoo niet. Zij houden wel stand
vastig vol hetgeen zij voor goed houden en daarvan
zijn zij niet gemakkelijk aftebrengen doch, eenmaal
van het betere overtuigd omhelzen zij het en staan
het dan even standvastig voor. Lttcxor ei Emergo.
(Ik wokstee ejt ostzwem) is hun wapen. Zij doen dus
welvan niet spoedig van koers te veranderenom niet,
met iederen wind weggevoerd te vergaan. Gij kunt u
echter gerust stellen dat het minder goede hetwelk w
gij ontdektet, zal verbeterd worden .zoodra verbetering
mogelijk is waaraan mén reeds hier en daar de hand
heeft geslagen Gij moest Zeeland eens gekend hebben
voor 50 jaren.
V.
Waarom doet men dat niet dadelijk en in eens