v%v% L.VW wwiviv\$'vivi %j%vw%,VD't/%i'V%it/D^AfW<
Hier onderligt eeu wijf, een feeks diein haar leren,
In drieentachtig jaar reel euvels heeft bedreven
Geldgierig als de pestarglistig als de hel
Bedrog en leugentaal bedreef zij even fel.
Nu ligt zij hier in 't graf, God zij haar ziel genadig.
Zij is als 't gulzig zwijn, na haren dood weldadig.
Zij sprak altijd van God van Jezus en de deugd
Maar kon de liefde niet, de geldkist was haar vreugd
Kom wandlaar sla hier stil en leer de schijndeugd
haten
Het Christendom bestaat in doen en niet in praten
N. N