150
wie dezelve alleen met het oog eenes kunstregters wil
beöortleelen die lioade behalve zijne jeugd vooral
in het oog dat de dichter gebonden was aan opgegeten
zangwijzen; een band, die den begaafdsten Zanger
belet, de vonken Tan zijn vernuft en verbeelding naar
willekeur uitteschielen. Een afdruk Tan dezelve aan
zijne vriendin a. bekev toeschikkeudeen daarbij haar
oordeel daarover inroepende ontving hij daaromtrent
hare vereerende goedkeuring in het volgende:
Vaar voort, mijn Yriend! voor Jfeêrlands Jeugd
Van de eeuwige Oorzaak aller dingen
Van reine vriendschap zuivre dengd
Van Jezus en zijn' leer te zingen.
Die slof voegt aan uw' edlen geest
Die stof voegt aan uw dichtvermogen
Zoo houdt ge wie utv' verzen leest
In heilige aandacht opgetogen.
Hoe dank ik God., die mij voor d' overstap in 't graf,
Een' liartelijken vriend in U o sacta gaf.
A. MKM.
Won irADTA, door zachtaardigheid, inschikkelijkheid
en beminnelijke deugden de harten van alle vreem
dendan laat het zich ligtelijk opmaken, dat hij door
de zijnen bemind werd als het zwart hunner oogen.
En, in waarheid hierop had hij alle aanspraak. Innig
aan de deugd verbonden; met geheel zijn hart verkleefd