154
De wereld is gelijk een roos j
Zij spreidt rondom zich zoete geurenoef
Maar plukt gij 't roosje roekeloos pj
Gij voelt U door zijn' doornen scheuren. ajZ(
Slechts rein vermaak geeft levensvreugd
Slechts onschuld schenkt U zaligheden
En dit genoegen kweekt de deugd
De reine godsdienst hier beneden.
ko(
Die aan de deugd zijn hart verpandt, ma
Wordt nooit in 's werelds zee begravenzijl
Hij zeiltschoon 't op de kusten brandthet
Altoos behouden in zijn haven. en
gei
De vreugde die de godsdienst laaktsm
Is ver beneden 's menschen waarde
Zij is 'tdie hem rampzalig maakt
En in een hel herschept deze aarde. j
Welaan dan, Zuster, min de deugd!
Zoek U opregte en trouwe vrinden l'c
En gij zult de onberouwde vreugd J
Steeds in uw' eigen boezem vinden.
ge
Dan is U 't lieuglijkst lot bereid; va
Dan zal uw pad langs rozen loopen nc
En schoon de dood van de aarde U scheidtta
Kunt gij op beter leven hopen. h(