45
naders Tan den afloop des geveclits en allerminst welk
het lot der bloedverwanten ware. Ook heer Arent
Yerkeerde daaromtrent zeer in onrustte meer daar
hij stellig geloofde, dat zijn broeder Coslijn niet
Yerzuimd zou hebben althans cenige berigten naar het
kasteel te zenden; schoon het aan den anderen kant
weder ligt mogelijk waredat een bode uit het leger der
Hoekschcn afgezonden in handen der benden Tan
Philips geYallen kon zijn. Met betrekking tot het lot
van F lor is, was hij in zoo rerre gerust gesteld, dat
men met zekerheid kennis droeg dat de "Wellanders
niet waren opgeroepen maar onzeker was het weder
om, of Cost ij n die hulp niet noodig had gerekend,
dan of hij buiten de mogelijkheid was geweestdezelve
te vragen. Dan, hoe dit ook ware, hetzelve gaf zijner
huisvrouw eenen grooten troost. Yrouw Ag nes be
kommerde zich echter zeer over het lot van haren
man, en de jonge Maria weende over haren vader,
maar vreesde in stile niet minder voor Lode wijk,
wiens moed zij kende en voor wien zij het ergste
vreesde. De heer van Haemstede zou zelf gaarne
hebben opgezeten en vliegens naar B r ij d o r p e gere
den zijn maar men wist nietof er benden van
Kabeljaauwschen in aantogt warenzoodat hij noch
zijne huisgenootennoch zijn kasteelnoch de Baander-
hecrlijkheid aan zich zelve kon overlaten, lemandanders
derwaarts te zenden was wel het natuurlijkste denk-