C2
grijze dienaar was op zijn zitbankje ingeslapen, maar
gevoelde de hand van Maria niet zoodra op zijnen
schouder tikken of hij wreef zich do oogen en rees
haastig over eind.
«Wat voert u herwaarts, edele jonkvrouw?» vroeg
hij verwonderd.
«Stil, goede Maarten,» antwoordde zij: «ik kom
u oen vriendelijk verzoek doen. Gij weet, dat die oude
vrouw van dezen avond in het hok achter den achter
gang is opgesloten. Bij alle Heiligen bidde ik u goede
Maarten laat mij eenige oogenblikken bij haar. Ik
weetdat gij de sleutels hebt en ik verzeker u
«Dat durf ik zoo waar niet te doen jonkvrouw
hernam de dienaar: «en wat zoudt gij ook bij dat oude
wijf uitvoeren? Gij weet immers wel, dat zij door hare
helsche kunsten uwen oom
Ik weet alles zeide de maagd maar ik moet
haar sprekeu en ik smeek u, laat mij slechts zoolang
bij haar, dat gij twee Ave Maria's kunt zeggen.
«Neen, edele jonkvrouwviel Maarten haar in;
«ik zou u voor geeue tien ponden bij haar laten. Dat
wijf kon u ook wel vermoorden. En weet gij wel wie
Barend dezen avond zeide, dat zij is? Eene heks
die zich voor vele jaren in Holland in het water heeft
laten vangen, en te Haarlem gewoond heeft. Men
verhaalt wonderlijke dingen van haar. Maar behalve
dat ,zoo geloof ik nietdat zij meer in haar klniske zit.