G6 doorstroomde liet bloed der oude Zij legde liare beide handen op Maria's schouders en vroeg fluisterend: Bemint gij den Jonker?» De schoone telg ran Ha em stede zag voor zich, en eeno punt ran haar kleed met de ringers plooijende zeidezij naauwelijks hoorbaar: «Ik bemin hem.» Maar een hooge blos kleurde liare bloeijende wangen want het Tras voor het eerst, dat zij dit innige gevoel ran hare reino ziel onder woorden bragt. «Jonkvrouw, zet u neder,» was het antwoord der ongelukkige. «Ik heb jonker Lode wijk gekend van zijne kindschheid. Menigmalen heb ik hem op dezen arm gedragen,en over zijne kinderlijke spelen gewaakt. Ik heb hem lief gehad want hij was de speelmakker van dat slagtoffer van J a c o b a 's woede dat ik - hier bedekte zij met beide handen haar gelaat «ter wereld bragt. Treslong is een der weinige edelen onder de knechten der Hoekschen. Mijn oog heeft hem gezien. Ik zweer u bij de H. Maagd, Jonkvrouw de pijl heeft om zijn hoofd gesnord, maar hem niet gedeerd want mijne gebeden waren als eene wolk rondom hem om zijn leven te sparen. Tintelend van blijdschap omarmde de schoono de oude vrouw; vurig kuste zij haar op do ontvleeschde wangen en een heete traan roldo langs het gewaad der gevangene. In ditoogenblik opende Maar te n de deur en wenkte de Jonkvrouw. Haastig verliet deze de ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 144