68
op Haemstede bevestigde zich meer en meerde tijding
ran de nederlaag der Hoekschen. Groot was de
slagting geweest in den avond yan den yorigen dag.
De Engelse hen hadden met moed gestreden, maar
waren eindelijk genoodzaakt geworden, naar hunne
schepen terug te keeren. De meesten hunner bevel
hebbers waren gesneuveld. Ook Ja co ba's leger had
zware verliezen geleden. Behalve heer Coslijn, die,
gelijk wij reeds weten, zijne gevangenschap niet over
leefde, waren meer dan 200 Hoekschen in handen
der Kabeljaau wschen gevallen. Berigten welke
echter waarschijnlijk veel vergroot waren, berekenden
het getal der gesneuvelden op meer dan duizend onder
welke dit wist men reeds met zekerheid de heer van
Be nes se mede behoorde. Doch ook het leger van
Philips zou de overwinning niet, dan met verlies
van Teel volkhebben gekocht. Onder de gesneuvelde
hoplieden werden Philips, heervan Montmoroncij
en Willem van Lalain met name genoemd. Yan
Ridder Ra es wist echter niemand iets, hetgeen de on
gerustheid van zijne huisvrouw en dochter, en niet
minder die van heer Ar entmet ieder oogenblik toe
nemen deed. Reeds vroeg in den morgen was op het
kasteel alles weder in de weer, en met ongeduld ver
wachtte men den bode, dien Haemstede, na der
vijanden overwinning het nog minder oorbaar achtende,
zijne Baanderheerlijkheid te verlaten, met het aan-