73 in onze geschiedenis verhaald. Eindelijk zcide zij lang zaam maar niet meer met dien trotschen ernstals Troeger«Ja, ik ben het, de ongelukkige. Sedert den moord Tan mijnen A1 bre ch t zworf ik om als balling. Want ik heb de gelofte Tan armoede gedaan, lot zalig heid Tan zijne ziel, en mijne kleine bezitting aan een klooster geschonkenom zielmissen intestellen. Ik heb naar wraak gedorsten wat er op St. P o n t i a a n s arond gebeurd is weet gij edele heerenMaar deze goede Jonkrrouw heeft mij ecneii gceslelij ke gezonden in mijnen kerker. Die eerwaardige man heeft mijn hart weck ge maakt. Hij heeft mij- geleerd dat de Heere zegtmij is de wrake! Tan hem heb ik rernomen dat ik ge zondigd heb toen ik eenen openen oorlog met list en Tergif ontheiligde. Hij heeft mij eene lerens lange boete opgelegd niet ran Tasten of kastijding maar hij heeft mij geboden zeggendeziezoolang gij nog leeft op aarde zult gij door liefde uitwisschen wat gij door haat hebt bedorven. Uw werk zal zijn,kranken te Ter plegen zwakken te ondersteunen. Daarom zal ik ook Toor ulieden bidden en gij Jonkrrouw naamgenoot Tan de H. Maagd gij zult tooi- uwe liefde aan mij bewezen, gelukkig zijn op deze wereld en tot lioogen ouderdom komen. Dat is ook gebeurd. Maar zulks behoort niet tot dit rerliaal. Jonker Lodewijk echter en Maria hadden weinigo moeite, om de rrijheid roor de arme ongeluk-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 151