BIJ EEN' VAMTÉ.
Zie vriendindit schoone bloempje
Zie zijn' teedre blaadjes aan!
Doch twee ras vervlogen uurtjes
En mijn bloempje is reeds vergaan.
Al zijn schoonheid is vervlogen
Al zijn' blaadjes vallen af,
En een ander zijn's gelijken
Staat te bloeijen op zijn graf.
Zoo ook is des menschen leven
Als een neveldie verdwijnt.
Naauwlijks is hij hier verschenen
Tas ontloken of verkwijnt.
Rampensmarten tegenlieden
Maken hem het leven zuur.
Zijn vermaken, hoe onschuldig,
Zijn, helaas! van korten duur.