HO
Ten dien einde werden 1500 uilgelezene manschappen
zoo Spanjaardenals Duilschers en Walen met nog
200 schansgravers uit het eiland Tholen met kleine
schuiten op de schorren van het toen nog onbedijkte
Philipsland overgcbragtwelke ,in den nacht tusschen
den28 en 29 September 1575, aanvingen, den stroom te
doorwaden die deze schorren van de kust vau Puiveland
afscheidt.
Ofschoon de vorcngemclde schepen zulks in het eerst,
wegens het lage water, niet konden beletten bragteu
dezelve echter daarna, bij het wassen van hel getijde,
het doorwadende volk in groole verlegenheid zoodat de
oplogt zeer werd vertraagd,de schansgravers ,door den
vloed verraschtbijna allen verdronken, en zelfs de
achterhoede genoodzaakt was terug te keeren.
Intusschen had de voorhoede onder den Bevelhebber
Osonio d'Ulloa, den oever bereikt en viel met groot
geweld de krijgsknechten, onder Boisot enden kapitein
Joost VA» n*a EsnjE, aan die achter de dijken gelegerd
waren. Boisot in den eersten aanval ongelukkiglijk
gesneuveld zijnde, bood tak des Esdb dapperen weder
stand en dreef zelfs den vijand in den beginne op de
schorren terug; doch hij moest weldra voor de overmagt
wijken. In dien zelfden nacht stelde hij zich, zoo het
schijnt, niet verre van Nieuw erker knog eens tegen
de voort ruk kende Spaansche benden te weer en had
er eene schermutseling plaats die aan wederzijde aan
velen het leven kostte.