geweestnaar de stad geweken zijnde was de bezetting
met eenige later aangekomene manschappen, 1200man
sterk.
Aan het hoofd van het krijgsbeleid stond jonkheer
Akejd va* Donreen man, die den luister eener aan
zienlijke geboorte door verstand en moed versierde
doch van wien sommigen hebben in twijfel getrokken,
ol hij zich als Gouverneur van Zierikzee wel behoorlijk
van zijn' pligt hebbe gekweten .hoewel de wijze, waar
op hij de verdediging dezer stad bestuurd heeften de
gewiglige betrekkingen, die hem vroeger en later dooi
den Prins zijn opgedragen geweest, hel waarschijnlijk
maken dat deze verdenkingen hunnen oorsprong hadden
in partijschap der Koningsgezinden waaraan het ook
hier met ontbrak. Zeker is het,dat hij niets onbeproefd
liet om zoo veel in zijn vermogen was aan te wenden
tot verdediging van de hem toevertrouwde stad en de
vermelding van het gene hier gedaan isom zich tegen
den vijand te weer te stellen zal genoegzaam kunnen
aautoonen hoezeer hij voor zijne taak berekend was.
Behalve de gezegde verdedigingsmiddelen in den on-
middelijken omtrek der stad, lag de vloot, waarvan
wij vroeger gewaagden op de Schelde ten ankergereed,
om alle mogelijke hulp en toevoer te bieden.
Hiermede achtte men echter nog niet genoeg gedaan te
hebhen en kwam het algemeen gevoelen daarop neder,
Vak de Vei.dk Tweehonderdj. Jubelf. bl. 32, noot.