Allezins treurig en verderfelijk waren tie gevolgen Tan dezen oorlogstoestand, zoo yoor de stad, als voor het geheele eiland. Wat de stad zelve betrefthebben wij vroeger gezien, hoezeer een gedeelte derzelve door eenen vrecsselijkeu brand geteisterd en verwoest is deze ramp werd nog vermeerderddaarhet geen op de havendijken nog aan huizen en zoulkeelcn gespaard was naderhand door bet vijandelijk gesehut vernield is, waaraan dit gedeelte der stad inzonderheid schijnt te zijn blootgesteld ge weest. Ook in andere gedeelten hebben vele huizen en molens door hel geschut des vijands, veel geleden ,om nu niet te spreken van de schaden in de ledig staande huizen aangcrigtwaarin krijgsvolk was gehuisvest ge weest. Behalve door de schaarste en daardoor veroorzaakte duurte der levensmiddelen heeft de burgerij in dit beleg veel geleden wanthoewel neringen en bedrijven meestal stil stonden en er dus niets te winnen was waren de lasten en uitgaven aanmerkelijk vermeerderd. Gedurende den tijd van zes weken was het krijgsvolk bij de burgers ingelegerd geweesteen lastdie des te drukkender was, omdat wel een derde deel der inge zetenen de stad verlaten had; hierbij kwam nog, dat er tot allerlei soort van betalingen, voor het krijgswezen, voortdurend gelden vcreischt werdendoch waartoe geen genoegzamo voorraad voorhanden zijnde, de bur-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 245