11
alleen worden beschouwd als een feest der gezamenlijke
Goden en Godinnen des lands maar ook de tijd van
deszelfs viering het begin der winterjaarhelftwan
neer tevens de halfjarige ding- of regtsdagen invielen,
bragt het als van zelve met vroegere iustellingcn in
verband en zette meerderen luister aan hetzelve bij.
Op den l.en November 837 was het dus in JV^alcheren
vrij druk, en vooral zag men bij en op den Middelburg
waar de Frankische Graaf Esgard zijn verblijf geves
tigd had cene bonte mengeling van aanzienlijken en
onaanzienlijken welkeaan eenen Walter Scott of vav
Leshep ruime stof tot uitvoerige beschrijvingen zou aan
bieden, daar er, behalve de overgeblevene oorspronkelijke
ingezetenen ook herwaarts verplaatste SaksenFranki
sche Edelen en uitgeweken Dcenen in het gevolg van
Hertog Hejijiijig Halfdas'szoou werden aangetroffen.
In voorkomen en denkwijze waren deze menschen even
zeer onderscheiden. Ziet slechts dien reeds eenfgzins
bejaarden, kloeken, doch somberen man wiens duister
gelaat van inwendigcn wrevel getuigtterwijl zijne klee
ding aan nog vroegere tijden doet terugdenken. Hair
en baard zij n kort afgesneden het lederen tot de knieën
afhangende wambuis is met stalen schubben bedekt
een soortgelijke toebroek omvat liet onderlijfterwijl een
met staal gevoerde kap het hoofd beveiligteen twee
snijdend knijf in den gordel steektde hand met een
kortoijskolf of strijdhamer gewapend isen de met
hazenvellen omzoomde korte mantel achteraf hangt.