■feu
XLvn.
bijna regthoekigen driehoek staande sterren, die met
eenige kleinere eenen vrij regelmatigen vierhoek uit
maken, waarvan een der langwerpige zijden zich naar
buiten gebogen vertoont. Dit heet de Tweelingen. Tus-
schen Orion en het Zuiden staatniet zeer hoog boven
den gezigteinder de zlvisch een grootmaar niet zeer
gemakkelijk te beschrijven slerrebeeldalsmede de rivier
Eridanuseen kromme streep van sterrenaanvangende
onder Orionzich slingerende naar eenen kleinen vier
hoek van sterren en onder den gezigteinder eindigende.
Het is moeijelijk die rigting zonder afbeelding te be
schrijven. Boven deze beide laatste sterrebeelden bevindt
zich de Stier waartoe het bekende zevengesternte be
hoort tusschen hetwelk en Oriotis gordel een ster der
eerste grootte één der oogen van den Slier aanduidt.
Een onregelmatige vijfhoek, waartoe een groote goud
kleurig fonkelende ster(f) behoortwijst den 1Fa° enman
aan ongeveer midden tusschen de Poolster en het oog
van den Stier. Noordwestelijk van den ff^agenman
tusschen dat sterrebeeld en Cassiopeianabij het top
punt, staat Perseusdie door eenen boog van sterren
den Stier verbindt aan Andromeda. Dit sterrebeeld is
kenbaar aan drie zeer heldere sterren (of vier, zoo men
eene van Perseus medelelt) nagenoeg op eene regte lijn
staande doch veel verder uiteendan de gordel van
Aldibaran(f) Capellq,