ye, xcv. geschrevenaan welk besluit reeds bij eene vroegere circulaire van den 24 October 1825, n.° 9183, is her innerd geworden; terwijl het wel geeno bedenking kan lijden of tegen de zoodanigen welke zich aan het be schadigen der buiten taluds van de zeedijken, (bij art. 3 bedoeld) schuldig mogten maken, even eens behoort te worden gehandeld, ten einde zij, zoo daartoe termen zijn, overeenkomstig art. 437 van het lijfstraffelijke wetboekworden gestraft. Eene stipte nakoming van al de voorzegde bepalingen en van de verdere voorschriften van opgemeld reglement van nu voortaan wenscheude te verzekeren heb ik de eer UE. met den meeslcn aandrang, bij dezen uit te noodigen, om door het uitoefenen en doen uitoefenen eeuer zorgvuldige waakzaamheid daartoe mede te wer ken, en zorg te dragen, dat alle overtredingen derzelve bepalingen en voorschriftennaar vereisch worden ge constateerd, en de overtreders, zonder de minste toe gevendheid volgens de bestaande verordeningen worden vervolgd. De Gouverneur van de Provincie Zeeland VAN VREDENBU11CH. i

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 107