XCIX. reeds bestaande verordeningen en genomene maatrege- leu te versterken, inzonderheid ten einde voor te komen, dat iemand 011 bevoegdelij k zich in aanraking stelle met «gestrande personen, goederen of lij ken;» «Gezien het rapport van Onzen Staatsraad belast ad interim met de directie van het Departement van Bin- ncnlandscbe Zaken van den 29 Junij laatstleden, lilt. A «Gelet op Ons Besluit van den 19 November 1819, n47 «Gezien de Wet van den 6 Maart 1818, (Staatsblad n 12,») «Den Raad van'State gehoord, (advies van den 4 Julij 1831 n.' 8:») Hebben besloten en besluiten Art. 1. De Gouverneurs van alle de zee gelegen Pro- «viucien worden gelast, om onverwijld alle zoodanige «maatregelen te beramen te nemen of voor te dragen «als nader zullen kunnen strekken,om vooral ook door het krachtdadig toezigt over de stranden voor te «komen, dat iemand daartoe onbevoegd zijnde, zich in «aanraking stelle met gestrande goederen, personen en lijken. Art. 2. «Gedurende den tijd dat de maatregelen van quarantaine in de zeehavens van den staat moeten «worden inacht genomen, zal een iegelijk die daartoe «onbevoegd zijnde, gestrande goederen, personen of «lijken zal hebben aangeraaktdadelijk in quarantaine

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 111