c. worden gestelden na daaruit te zijn ontslagen ge- straft worden, volgens het bepaalde bij art. 1 der wet Tan den 6 Maart 1818, (Staatsblad n.° 12.» Art. 3. Het Departement Tan Binnenlandsche Zaken zal de Gouverneurs in de Provinciën aanschrijven om bijzondere zorg te dragen, dat de bovengemelde be npalingen op de meest gepaste wijze door de Gemeente «Besturen ter kennis van alle hunne ingezetenen wor- »den gebragt.» «En zijn de Departementen van Binnenlandsche Zaken »en van Justitie, belast met de uitvoering van het te- genwoordig Besluitwaarvan afschriften zullen worden «gezonden aan de Departementen van Oorlog, van Marine en voor den Waterstaatde Nationale Nij verheid »en Koloniën, zoo mede aan den Raad van State tot informatie en narigtzullende hetzelve voorts in het Staatsblad worden gedrukt. Gegeven te 's Gravenhage den G Julij 1831 «van Onze Regering het achttiende.» {get.) WILLEM. Van wege den Koning (get.) J. G. de Meij vav Stbeefkebk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 112