23 In dezen toestand stond het gebouw toen in 1794 de stad Sluis door de franschen Tier weken lang beschoten werd en eindelijk aan dezelYO overging. Door het bom bardement had het kasteel weinig geleden. Alleen het nieuwe gebouw, of de GouTerneurs woning, kon daar door schade lijden; de muren en rouddeelen waren roor de kanonkogels en bommen Tan dien lijd en van zulk eenen afstand geschoten ,als de inundatie gebood beTeiligd. Maar het slechten der vestingwerken werd besloten, en dadelijk werd al het hout en ijzer, het lood de arduinsteen en zoo voorts van het kasteel uit gebroken en weggehaald. Of de opbrengst in de kas der republiek kwam werd door velen betwijfeld. Voorts brak men alles af, wat ligt to verbreken vielen wilde men toen beproevenom deor kruid het gebouw te doen springen. Eenigo ronddeelen werden op die wijze vernield: de afbeelding toont een derzelTe terwijl er verder een afgebeeld is, waar men slechts gedeeltelijk daarin geslaagd was, zijnde alleen het buitenbekleedsel van het muurwerk afgeweken. Dit vernielen kostte dus moeite, en de af brekers zagen geene kans meer, om hunne uitschotten door den verkoop der materialen ver goed te krijgen; het werk werd dus gestaakt en de bouw val bleef, als een eerwaardig gedenkstuk van vorige eeuwen, nog bijna dertig jaren in stand. Alles moet echter eindelijk wijken. Ook dit gebouwhoe zwaar en sterkmogt geene uitzondering maken. Op den

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 139