29
tot de kelders of onderste gewelven ia de torens, tot
welke men iget trappen afdaalde. (Zie doorsnede c-d.)
I)e bovenste gang meer dan 1 el breed en 3,5 ellen hoog
gaf toegang tot de eerste verdieping of de kamers der
torens van welke er in het vorige stuk eeno beschreven
De is. vertrekken in de bovenste of derde verdiepingen
der torens worden langs de overdekte galerijen op de
muren bezocht.
Die muren hadden, van den grondslag afeenehoogte
van 15 ellen. Het muurwerk der torens was 5 ellen
booger. Overigens waren deze van puntige daken voor
zien. Do drie gewelven, keldeis of kamersin dezelve,
hadden gemiddeld 7,5 ellen diameter, en de hoogte
van den eenen vloer boven den anderen was desge
lijks 7,5 ellen Het geheel bevatte dus 36 zoodanige
kelders en kamers, terwijl er daarenboven, aan de
zuidzijde van het plein nog bijzondere gebouwen waren
opgetrokken, die als stallingen, enz. gebruikt werden.
Ziet daar het gebouw lezerszoo als het was in de
dagen van Philips van Kleef en tot op het einde der
XV.® eeuwtoen er nog de Bourgondische toren legen
over lag.
In de XVI.e eeuw onder de regering van Keizer
Kakel V, werd het vergroot. De veranderde krijgs
kunst had den Bourgondischen toren nutteloosmaar
tevens eene uitbreiding der vestingwerken noodzakelijk
gemaakt. Do eerste werd dus afgebroken en misschien