36 almede in slechten staat. Drie derzelve waren zonder daken. De beide oostelijken (7, 8) hadden nog wel het muurwerk der derde verdiepingen, doch de gewelven ei van waren reeds ingestorten die der tweede waterden ,j zoo sterk door, dat ook die kamers onbruikbaar waren cn zelfs de kelders gevaar liepen. Nogtans plagt in dien van den hoektoren (7.) de rosmolen te staan, en werd de ander (8.) als kruidmagazijn gebezigd. De N.W. hoek toren (10.) had ook de bovenverdieping reeds verloren en het wulfsel der tweede dreigde intestorten. Alleen de kelder, die als keuken plagt gebruikt to worden van waar die toren den naam van keukentoren had was nog in goeden staat. an al de torens was alleen deaan dezen palende tusschentoren (9.) nog gaaf en behoorlijk van dak voor zien zoo ook de helft van deszelfs bovengalerij en de galei ij naar den keukentoren. Tegen dezen stond even wel ook het in 1722 nog weder geheel gerepareerde Gouverneurshuis (D)een nieuw gebouw tusschen de bouwvallen 1 Ook het schuins hier legen overstaande koetshuis met de stallingen (E) was in redelijken staat; maar doaan dit laatste palende muur der vroeger op het plein staande gebouwen behoorde, als bouwvallig en nutteloos, te worden afgebroken. V-tsi Bommels raad was derhalve om van al de torens alleen de nog van een dak voorziene (9.) te behouden; van a! de overigen de bovenverdiepingen aftebreken,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 154