HET IJS. Er is eene zekere temperatuur, die door den 32 graad op den thermometer van Fahrenheit wordt aangewezen boven welke het nimmer Triestniet zoo bepaald is echter de graad van temperatuurop welken het water begint te bevriezen wanneer het volkomen in rust is en in Jlesschen of andere vaten is opgesloten. Uit menig vuldige proeven is gebleken, dat het water als dan, zonder bevriezen eene koude kan verduren van 5 graden boven 0 Fahr.doch ook dat het als dan bij de minste schudding of aanraking, oogonbliklijk toteenen klomp ijs wordt. Gemeenlijk echter begint het water te bevriezen aan de oppervlakte met spitse naalden die uit de kanten of kanalenwaar het zich bevindtnaar het midden schieten waar zij zich langzamerhand vereenigen en tot eene Jaag worden, die, bij aanhoudenden vorst, steeds in dikte toeneemt. De ijswording bestaat dus in eene eigenlijko kristalli satie van het water, veroorzaakt door do ontwijking der warmtestof, waartoe versclieidcne oorzaken kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 156