12 Do tegenstand van het water beveiligt dan de ijsschors tegen eeue inbuiging, waarvan anders het breken het gevolg moet zijn en verdeelt den last over meer opper vlakte. Versch ijs, op helder water snel aangevroren, heeft eene aanmerkelijke veerkracht. De dikte van een ouden duim en minder is genoeg om een mensch te dragen vermits de drukking zich verdeelt over eene oppervlakte zeer veel grooter, dan de ruimte door de voeten beslagen. Evenwel kan men, in dit geval, toch niet lang op eene en dezelfde plaats blijven staan, veel min moeten er meer andere lieden bij komen. Ijs, dat een staand mensch iiaauwelijks kan dragen zal het gemakkelijk doen wanneer men zich op het ijs nederlegt, om dat als dan de drukking van het ligchaam over eene veel groolere vlakte wordt verdeeld. Toen men, in 1683 in Engeland met wagens over de bevrozene rivier den Theems reed, was het ijs maar elf cngelsche duimen dik. Het ijs heeft de eigenschap dat men door hetzelve brandbare stoffen kan aansteken als men het tot zoo danige gedaanten, als de brandglazen zijn, bevriezen doetde zonnestralen doen door zoodanige ijslenzen dezelfde werking als door brandglazen. liet ijs is geen voorlleidcr der warmtestoffeen kan alzoo dienen om warmte te bewaren. In Sibericn zet men stukken helder ijs, welpassende in de vensterope ningen en begiet dezelve om ze digt te doen aanvriezen:

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 160