60
0 God hoe fel hebt Gij geslagen
Uw rod verscheurde vlcesch en hart!
Kunt gij 'to arme vrouw, nog dragen?
Hoe leeft gij nog na zoo veel smart?!
Neen, niemand kent en voelt de ellende,
Die mij doet hijgen naar het ende,
Met handgewring en rouwgeween.
Maar, ach, mijn schreijeu mag niet balen:
Hebt Gij dan, God, mij ganscb verlaten?
Laat Gij een weduw in nood alleen?
Het duister doet mij huivrig beven
En 'k sidder voor het zonnelicht;
De klagt alom toch aangeheven
is dreigend tegen mij gerigt.
Waar anderen troost ontvangen mogen
Daar lees ik nog in ieders oogen
't Verwijtuw ega heeft de schuld!
Ja reeds deed zich de schimptoon hooren
Die folterend mij klonk in de ooren:
Hij heeft de stad met rouw vervuld.
Wat klaagt gij mij, o stadgenoolcn
Uw nederlaag, der uwen dood?
Ben ik in 't Lijden uitgesloten
Zijn mijn verliezen minder groot?