wv» 69 sterkerdan in het andere doch in alle en bij de ineesten bestaat heten geen wonder. Klimmen wij toch tot de yroegere geschiedenis dier gewesten op, dan zien wij zeafzondorlijk bestaan, en hoewel de bewoners door af komst, aard en zeden veel overeenkomst en in vele opzigten hetzelfde belang haddenzoo hadden zij nog- thans ook iets verschillends en eigendommelijks. In die tijden, toen zij hun afzonderlijk bestuur en daardoor verschillende wetten haddenvormde zich meer en meer in de verschillende gewesten een eigendommelijk ka rakter, hetwelk wel de grondtrekken van den gemeen- schappelijkeu oorsprong behield, maar zich toch in vele wijzigingen verschillend openbaarde. Naar mate men meer gemeone zaak maakte of onderling verkeer en handelsbetrekking had, werd de scherpe afstand wel weggenomen of nam men van elkander over, maar altijd bleef er ecnige verscheidenheid. Enkele gewesten hielden zich altijd meer op zich zelve; andere kwamen al vroeg in aanraking mot vreemdenen ook hierdoor werd; er een onderscheid gevormd. Somwijlen waren ook de be- zoo veel mogelijk uitheemsche woorden vermeden waardoor onze taal thans zoo zeer verbasterd wordtdoch hier en daar geijkte behouden of bijgevoegd om de duidelijkheid. Deze zijn meest van ouden Grieltschen of Latijnschen oorsprong en niet van tateren Duitschen of Franschen, waartegen men thans te regt zich aankant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 187