70 langen in strijd. Over vaarten en tollen,b. v. ontstond er naijver en botsing, en van hier verwijdering waar onder hot verschil zich meer ontwikkelde. Ieder gewestdit moeten wij niet vergelen schiep vormde zich zelveen stond daardoor op zich zelve, zoo lang er geen band wasdie ze vercenigde en het bij zondere tot een algemeen belang deed zamenvloeijcn. Hiertoe werd de grond gelegd door sommige Graven van Holland en Zeeland, die door hun grooter gebied, rijk dommen en enkelen door hunne talenten een zeker overwigt (suprematie) op de andere gewesten kregen. Men zag wel in, dat vereeniging nuttig zou zijn, doch gehechtheid aan verkregene regten die men niet gaarne hiervoor ten offer bragt, oude veten, en vrees voor aanma tigingen van het magtige Hollandhielden van vereeni ging terug ,tot dat de krachtige hand van den Bourgon diër zoo verre reikte, om ook de meeste Noordelijke Nederl. gewesten onder zijn bestuur te stellen, zoo dat één Heer met verschillcndo titels werd erkend. Het ver schil werd alzoo wel niet weggenomenmaar onschadelijk gemaakt; soms door den Vorst ter bedwinging van elkan der voor hem gebruikt; men leerde echter elkander ontzien en noodig hebben. Men gevoelde meer en meer, dat men in vele opzigten hetzelfde belang had. Dit bleek vooral onder de regering van Fitirs van Spanje, die niet alleen de bijzondere voorregten (privilegiën) der gewes ten schond, maar het Neder landschewaarin allen den

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 188