86
voegen den wenschdat het in den goeden zin meer
algemeen proviucinciaal mogt zijn. Dat het dit niet meel
is zoo als vroeger, schrijven sommigen ('t welk wij en
velen met ons niet toegeven) aan den invloed van vreem
den toe, waardoor er meer eigendommelij ks in Zeeland 4
veranderd zou zijn. Eu ziet daarin ligt de karaktertrek der
Zeeuwen, dien ik bedoelopgesloten. De Zeeuwen, die het
van ouders tot ouders zijn, hebben gelijk ook de J'riesen
en Gelderscheneene zekere gehechtheid aan elkander,
zoo als in sommige opzigten blijkt, hoewel in andere
weder niet, waarin zij zoo als het ook elders gaat, te
veel op zich zelven staan, zich zeiven bedoelen en dus
verschillen. Maar waar het eerste werkt, daar bespeurt
men eene meerdere afwijking van vreemden of mindere
aansluiting aan hen, doch ook slechts in sommige op
zigten, in die namelijk, waarin men ze missen kan of
wil Er is hierin evenwel iets goeds. Dat wcgloopen met
vreemden die men niet kentdat begunstigen van de
zulken van wier verhuizing naar een afgelegen gewest
men geene gegronde reden weetof daarvan geone eer
volle oorzaak vermoeden kankan wel eens duur te
staan komen. Men lette er daarom op wie die vreemden
zijn. Men noeme daarbij den landgenoot, den Neder
lander geen vreemdeling. Zelfs den buitenlander sluite
men niet buiten,als er genoegzame aanbeveling lot een
Zeeuwsch burgerregt bestaat. Hadden er de vroegere
Zeeuwen zoo over gedachthadden zij den ondernemen-