den Franschraan Moüchehoj* niet als hunnen broeder
aangenomen en zich aan hem aangeslotendo eerste
en groote zeetogt (waaruit het geraeene Vadei land voor
deel trok al beantwoordde die niet ten volle aan de
verwachting) die den grond tot welvaart heeft gelegd
zoude niet alzoo aangevangen zijn, en welligt zouden
er niet zoo vele vreemde schatten naar Zeeland zijn
heengevloeid. Maar ik maakte ook gewag ten dezen
opzigte van dezulken, die wel niet in Zeeland geboren
of opgevoed zijn doch als Nederlanders en landgenooten
uit eervolle of onberispelijke aanleidingen aldaar geroe
pen worden of zich vestigden Ik wil hier niet gewagen
van de denkwijze der geringere volksklasse of der an -
bewoners, die zeer zeldzaam uit hun gewest verhuizen
en in huns gelijken, die van elders komen, zich rnenig-
werf bedrogen vinden: maar als ik mij bepaal bij die
der meer aanzienelijken, dan mag hot over 't algemeen
schijnen, dat deze zeer liberaal en niet partijdig provin
ciaal isdan moge hiervoor pleiten het bij voorkeur
opdragen van sommige betrekkingen aan degenen, die
men uit andere gewesten roept (hetwelk in sommige
opzigten zelfs niet goed is) en toch komt het provincia
lisme wel eens boven bij meer bijzondere dingen, die
ovenwei van algemeen belang zijn, en waarop alle be
woners van een gewest betrekking hebben. Degenen,
die zich met gewestelijke en plaatselijke belangen hebben
bekend gemaakten vermogen niet wil bezitten om i ie