Voor deugd verwachting sterven
Voor God voor Jesus liefde
En Christenpligt besnaarde.
Grootsch klinken uwe snaren
Gelijk de slem des donders
Door 'l wijde luchtruim klatert,
Wanneer uw vloek zoo treffend
Zoo vreeslijk galmt in do ooren
Van 't diep gezonken wezen
Die 't Vaderland verraadde.
Fier als do slag der wieken
Van d' onbedwongen aadlaar,
Die op onwrikbre pennen
Door lucht en wolken steigert
Fier ruischen uwe zangen
Als Vaderland en vrijheid,
Als Tïcërlands dappre zonen
En Neêrlands heldendaden
Uw dichtgloed doen ontvonken.
En hartlijk, schoon en edel
Als de achtbre stem der wijsheid
Vereend met zuivre godsvrucht
Ontvloeijen aan uw' Cither
De Goddelijksto akkoorden